• Een dorp met geschiedenis, vlag en schild

    Wist u dat het geografische Middelpunt van Vlaanderen ook over een eigen vlag beschikt? Het “dorp van Oppa” of Opdorp, vrijgebied of vrije heerlijkheid met hoge rechtsmacht, afhankelijk van het land van Bornem, heeft immers een lange en rijke geschiedenis.

    Deze geschiedenis gaat terug tot de 10e eeuw. Opdorp behoorde toe aan de kasteelheren van Gent. Na hen ging het over aan de Graven van Vlaanderen en in 1258 gaf Gwijde van Dampierre de leen aan Willem van Grimbergen van Assche, als dank voor bewezen diensten.

    Naburig dorp Malderen behoorde ook toe aan de heren van Grimbergen, maar stond onder het gezag van de hertogen van Brabant. Dit had tot gevolg dat de inwoners van Opdorp te Malderen gedoopt en begraven werden. “De Opdorpenaren leefden als Vlamingen en stierven als Brabanders”.

    De heerlijkheid van Marselaer – op het grondgebied van Malderen – was de bakermat van een adellijk en voornaam geslacht, dat een groot aantal lenen verwierf, waaronder Opdorp. Adriaan van Marselaer, heer van Opdorp streed in 1477 in de slag van Nancy. Zijn zoon Adriaan was schepen van Antwerpen in 1549 en zijn kleinzoon, eveneens Adriaan, bekleedde in 1594 hetzelfde ambt. Frederik van Marselaer, heer van Opdorp en zoon van Adriaan werd in 1618 tot de ridderstand verheven en was burgemeester van Brussel van 1623 tot 1643. Van de XVe eeuw tot in 1722 waren de heren Marselaer heren van Opdorp.

    Opdorp: De heerlijkheid vlag

    Paul-Frans Sproncholf, die gouverneur der Nederlanden was, volgde hem op en stierf als laatste mannelijke afstammeling van zijn geslacht in 1741. In de XVIIe eeuw was het zegel van Opdorp een zilveren schild met een geruite rechterschuinbalk uit 5 stukken van keel (= rood) van de familie van Marselaer.

    Onder Willem I der Nederlanden werd later aan Opdorp (Besluit uit 1818) nog een tweede onderscheidend kenmerk toebedeeld. Het gemeentewapen van Opdorp zou voortaan bestaan uit een schild van lazuur, met een gouden weegschaal, vergezeld van een passer en een anker. De weegschaal staat symbool voor het recht dat aan de Opdorpse bevolking werd afgestaan: ‘noch de Graaf van Vlaanderen, noch de hertog van Brabant heeft zich in de toekomst aldaar met wat dan ook te bemoeien. Een volkstribunaal zal voortaan te Opdorp de wetten stellen en doen onderhouden.’ De passer staat voor een welomschreven gebied – Opdorp, het anker als zinnebeeld van de hoop en het blauwe veld als kleur van de trouw.

    Het centrale driehoekige dorpsplein, de Dries, heeft al van in de middeleeuwen een functie van markt en vrijhandelsplaats voor de wijde omgeving en ook nu nog is er nog steeds een vermaarde jaarmarkt op de eerste maandag van juli. Het plein is trouwens met een oppervlakte van 3,7 hectare het grootste marktplein van België!

    Tijdens de beeldententoonstelling wordt aan de inwoners en sympathisanten gevraagd om de vlag van Opdorp uit te hangen om het feestelijk karakter extra in de verf te zetten. De vlag wordt gedrukt op beperkte oplage en wordt verkocht via het bestuur van de vereniging.

    Dries Luchtfoto